Na een paar dagen in Amsterdam – grachtenrondvaart, Van Gogh Museum, shoppen in de ‘9 Straatjes’ – had ik zin in frisse zeelucht. Ik reed richting Zaanse Schans, een openluchtmuseum met historische molens en houten huisjes, alsof je een plaatje uit een oud Hollands boek in stapt. De lucht geurde er naar cacao van een nabijgelegen fabriek.
Daarna ging ik door naar Alkmaar, waar ik de traditionele kaasmarkt bekeek. Kaasdragers in witte pakken en felgekleurde hoedjes droegen grote kazen op houten berrieën. Vervolgens reed ik door naar Den Helder en pakte de veerboot naar Texel, het grootste waddeneiland. Eindeloze stranden, wandelingen door de duinen en een lokaal Texels biertje – heerlijk. Een korte stop bij Ecomare (een zeehondenopvang) maakte deze natuurtrip compleet.
Zaanse Schans: Molens, klompenmakerij en kaasmakerij. Losse molens vragen drie tot vijf euro entree.
Alkmaarse Kaasmarkt: Van april tot september op vrijdagen, soms ook op dinsdagen. Vroeg komen loont.
Texel: Veer vanaf Den Helder (20 minuten), wadlopen, Nationaal Park Duinen, dorpen als De Koog of Den Burg.
Camping: Op Texel vind je veel campings dicht bij het strand.
Beste reisperiode: Lente of zomer (april–augustus) met mild en vrij droog weer.
Voor wie: Gezinnen, kaasfans, strandliefhebbers, molenromantici.
Kosten: Veerboot Texel tussen 25–40 EUR voor auto + passagiers, camping 15–30 EUR per nacht, hotels wat duurder.
Tijdsduur: Drie tot vijf dagen met Amsterdam erbij, één à twee dagen op Texel voor echt eilandgevoel.